Robert Rook Quartet:
Jules Deelder
schreef een gedicht over wat jazz allemaal is. Hij droeg het tot
vervelens toe voor. Hij kan er nu twee zinnen aan toevoegen: Jazz is op
zondag een recensie schrijven; Jazz is Robert Rook. Een jaar of zes,
zeven geleden was pianist Rook actief op de Haagse jazzpodia. Toen was
al te horen dat er een musicus aan het werk was die bepaald niet de bebop als begin- en eindpunt van de jazz beschouwde. Op 22 juni kamer
boeide hij de jazzminnaars met een concert dat regelrecht het beste
was van een jaar jazzconcerten in de Regentenkamer. Hij drukte
duidelijk het stempel op de andere quartetleden en pushte ze naar
grote inventiviteit. Bekende composities als bijvoorbeeld Night in
Tunesia werden in stukken gebroken, opnieuw gerangschikt en van nog
meer power voorzien dan het stuk in zich heeft. De Canadese
saxofonist, liefhebber van het 'heavy tenor' werk, soleerde met
verrassende wendingen, boventonen en smeuiige swing. Het was bepaald
geen avondje van lyriek en fraaie melodische jazz. De Regentenkamer
is toch een beetje de jazztempel van Rob van Kreeveld. In zijn
compositie, Meisjes van dertien, bewees Robert Rook dat ook de lyriek
geen vreemd terrein voor hem was, maar dat lyriek niet soft en
romantisch hoeft te klinken. In deze compositie excelleerde bassist
Ernst Glerum met een fantasievol intro. Het Robert Rook Quartet
moet volgend seizoen terugkomen voor de bezoekers die deze topjazz van
internationaal niveau hebben gemist. Huub van Dijk |