Den Haag Centraal

Jazz deze week door Bert Jansma

18 januari 2008
 

"Ik musiceer zoals ik in elkaar zit. En hoe dat klinkt dat moet jij maar analyseren. Hoe ik speel, zo ben ik; dat is het belangrijkste". Slotregels ven een interview dat Jeroen de Valk (journalist en schrijver van boeken over Chet Baker en Ben Webster) eens had met pianist Robert Rook. Ik citeer ze omdat Rook op 24 januari een concert geeft (met Thomas Winther Andersen) in De Regentenkamer (nu nog Laan van Meerdervoort). En omdat ze iets aangeven over de houding van Rook. Niet uitgebreid praten over wat het allemaal is, gewoon spelen en luisteren. Een in wezen romantische houding die bij hem intrigerende, boeiende en muzikaal flink dramatische resultaten kan opleveren. Pianisten als Rook zijn altijd té weinig te horen. In Den Haag hoorde ik hem jaren geleden alweer voor het eerst in café De Sport (de tweede versie van wijlen dat jazzcafé) en ik was verbijsterd over wat daar allemaal uit de piano knalde. Een enorme energie, een bijna niet bij te houden aantal ideeën en de bohémien-achtige houding van de pianist zelf: met de grijns van 'ik kan er niks aan doen, het gebeurt me'. Tweemaal deed hij mee aan de competitie voor de Deloitte Jazz Award, twee keer werd hij tweede op de finale in het Bim-huis. Is dat al bijzonder, het feit dat Rook erna even opgewekt zei, "Het kan geloof ik niet, maar ik zou de volgende keer wéér meedoen" is tekenend voor hem. Rook begon in schoolbandjes op het Baarns Lyceum waar hij in de parallelklas zat van Ronald Giphart en prins Willem Alexander, studeerde wiskunde en werd Drs. En software-ontwikkelaar. Aan de piano is hij autodidact. Geen conservatorium dus. Het was gitarist Wim Overgaauw die tegen Rook zei: 'Jij moet maar niet naar zo'n school. Jij moet gewoon lekker spelen'. Wie Rook een paar jaar gleden zag bij die laatste van zijn twee finales voor de Deloitte Award had hem de hoofdprijs van harte gegund. Overbekende 'standards' krijgen bij hem nieuw avontuur, hij kan ze uitbouwen tot complete suites, met een groot gevoel voor drama. Monk, Peterson, Hancock, hoe verschillend ook, het is allemaal door zijn vingers gegaan. De intensiteit waarmee Rook losgaat op de vleugel is een soort handtekening van hem geworden. Als een tweede Keith Jarrett zie je hem van z'n pianokruk omhoog komen, hij speelt staande verder, of hij nog meer één wil worden met dat instrument en op wil gaan in de klanken die eruit komen. Z'n kruk schuift onder hem weg, met één voet zie je hem naar achteren 'tasten' om hem weer met de tenen van z'n schoen op z'n plek te krijgen. Rook maakte een aantal cd's (waaronder 'Dangerous Cats') en nam eind vorig jaar een dvd op in het Bim-huis. Op zijn internetsite (www.robertrook.nl), die gul is met fragmenten, is een hele mooie uitvoering te horen van Hancocks 'Dolphin dance'. Gaat dat dus horen(en zien) in De Regentenkamer.

Bert Jansma


Back