JAZZ PRIJZEN

 

door Bert Jansma

 

[...]

 

Het deed een hoop liefhebbers van de bop-piano gisteren wél een beetje pijn dat pianist Robert Rook alweer niet de hoofdprijs behaalde. Rook is van huis uit mathematicus en computerdeskundige, maar koos voor de jazzpiano. En daar is hij op een heel eigen manier thuis. Dát is zijn universum. Hij wandelt met een in zichzelf gekeerde grijns met z’n rug langs het publiek. Begint wat onhandig aan het pianokrukje te schroeven, duikt dan op de toetsen en ontvouwt daar zijn grillige manier van vertellen-in-noten. Hij lanceert een complete ‘trip’ door ‘Autumn leaves’: flights van de rechterhand over de toetsen naast ingetogen, intieme improvisaties via een bijzondere inkleuring van de akkoorden.

 

Rook zien spelen is een aparte gewaarwording. Hij komt omhoog van z’n kruk, speelt staand verder, elk ogenblik denk je dat hij in de vleugel zelf zal duiken, of op z’n kruk zal gaan staan. Maar dan zoekt zijn rechtervoet naar dat inmiddels naar achter geschoven krukje en hij zit weer. Een soort Nederlandse Keith Jarrett.

Ieder van de kandidaten bracht muziek van eigen keus of eigen hand mee, maar moest verplicht Gershwins ‘Summertime’ spelen. Lastig, zo’n kapot gespeelde standard. Wat Rook daarin liet horen deed ook muzikáál aan Jarrett denken. Een ontroerende, schitterend-subtiele solo met harmonische haken en ogen, waarvoor misschien wel een aparte prijs gegeven had mogen worden.

Rook werd het niet dus, jammer. Maar, van harte gefeliciteerd Jeffrey.

 

[...]

Column voor Radio West (Jazz op West), 18 mei 2006.
 

Back